Mentoren aan het woord
Vorige week overleed mijn cliënte M. 7 jaar ben ik haar mentor geweest, in een verpleeghuis. Een vrouw met borderline problematiek en dementie. Da’s de zieke kant. Vooral ook iemand die als weduwe alleen stond, oorspronkelijk te wijten aan haar afhoudende gedrag naar familie, waarin achterdocht de grootste drijfveer was, ze zouden haar bestelen en wilde niets meer met iemand te maken hebben.
‘Ik heb er heel bewust voor gekozen om mentor te worden van cliënten met een psychiatrische aandoening, met name van diegenen die opgenomen zijn in de kliniek of die beschermd wonen. Dat heeft te maken met mijn ervaringen bij de GGZ als mantelzorger, in mijn privé situatie.
Bij mijn bezoeken aan twee GGZ instellingen ontdekte ik, dat daar maar weinig of geen bezoekers kwamen. Contact maken met de mensen die er wonen is ook lastig, vanwege hun psychische problematiek. Voor familie en naasten en ook voor een mentor vormt hun gedrag vaak een drempel. Tegelijkertijd vind ik, dat contact met mensen van buiten de instelling heel belangrijk is voor een goed herstel.’
Vrijwillig mentorschap
“Na mijn pensionering wilde ik graag vrijwilligerswerk gaan doen en hierin een wezenlijke bijdrage leveren aan het leven van kwetsbare mensen.” Bert Beerens denkt even na en vervolgt: “Vanuit mijn werk in de ouderenzorg heb ik van dichtbij meegemaakt, dat niet iedereen iemand heeft die voor hem/haar opkomt, die vinger aan de pols houdt over hoe het gaat en die kritisch meekijkt of nog steeds de juiste zorg wordt geboden.”